We gaan er vanuit dat de leerlingen binnen een tijdvak van acht aaneensluitende jaren de school kunnen doorlopen. De leerlingen zijn verdeeld over acht leergroepen. In elk leerjaar wordt een afgesproken hoeveelheid leerstof behandeld wordt. We proberen ons onderwijs zo in te richten, dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen.   

Binnen de groepen zijn verschillende niveaus en niveaugroepen. Dit betekent niet dat alle leerlingen in een jaargroep ook even ver zijn in hun ontwikkeling. Zij zijn allemaal uniek en daarom proberen we het leeraanbod zoveel mogelijk af te stemmen op de mogelijkheden van de individuele leerling. De leerkracht en leerlingen  zorgen voor een veilig klimaat in de klas. De leerkrach een leerlingen hebben respect voor elkaar.  De leerlingen stellen met de leerkracht regels op die zij belangrijk vinden en zijn bereid en gemotiveerd zich hieraan te houden. Op onze school proberen we alternatieven te bedenken voor het toedienen van straffen. Bijvoorbeeld: "aankondigen van veranderingen, afleiden, positieve invulling, uitspreken van waardering, niet reageren, afzonderen, laten herstellen van schade en afwachten van natuurlijke gevolgen.”(ter Horst & Bikker, 1996)  

We werken vanuit de belevingswereld van de leerlingen. In de onderbouw werken vanuit de principes van ontwikkelingsgericht onderwijs. We werken aan de hand van sociaal-culturele thema’s binnen een uitdagende, rijke, leeromgeving. De werkvormen in de kringactiviteiten en hoeken zijn speels en open zodat de leerlingen ruimte hebben om op hun eigen niveau te werken. We geven de leerlingen de vrijheid en verantwoordelijkheid door hen zelf te laten plannen wanneer ze een leeractiviteit willen doen. We richten regelmatig nieuwe themahoeken in om steeds voor een uitdagende, rijke, leeromgeving te zorgen.   

In de midden- en bovenbouw ligt de nadruk op het uitbreiden van de kennis van de wereld om ons heen. Daar werken we met niveaugroepen. Alle leerlingen krijgen onderwijs op eigen niveau. De leerlingen worden, op grond van de overdracht met de vorige leerkracht, de luistergesprekken met de ouders en de behaalde toetsresultaten, ingedeeld in verschillende niveaus. De leerlingen krijgen op verschillende momenten instructie en aandacht volgens het activerende directe-instructiemodel. Daarom organiseren we de inrichting van de klas zodat kinderen elkaar ontmoeten, de dialoog met elkaar aan kunnen gaan. Want zoals Kalkman zegt: “Er zal ruimte moeten zijn voor conversatie, dialoog en samenwerking en dat gaat niet als de kinderen in rijen van twee achter elkaar zitten”. (Kalkman, 2003)   

Sommige kinderen hebben extra zorg nodig. Deze zorg vindt meestal plaats in de groep. De leerkrachten observeren tijdens de lessen van de leerlingen wel, of nog net niet kunnen. Zij vragen zichzelf steeds af: wat heeft deze leerling nodig om het wel te kunnen? Eerst leren de kinderen door doen want zoals Ligthart zegt: “Leren door ervaring, leren door doen, leren door meeleven dat is de beste methode”. (Kalkman, 2003) 

De verschillende vakken worden in samenhang aangeboden door de leerkracht. Het zijn niet allemaal losse onderdelen, maar één geheel. De leerkracht maakt de leerlingen nieuwsgierig naar de lesinhoud zodat de kinderen gemotiveerd worden en nieuwsgierig zijn naar de lesinhoud. 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb